Nuttige dieren

Nuttige dieren dienen het menselijk welzijn en kunnen aan het werk gezet worden met een specifieke doel. Ze kunnen bijvoorbeeld hakken, graven, harken, snoeien of hout bewerken.
Aan hun uiterlijk is waar te nemen voor welke functie ze heel geschikt zijn, wat betreft hun bouw. Zo kennen we bijvoorbeeld de graver, het hakhoofd, de disselaar, de harker en de egger.

Behalve blinde geleide honden, speurhonden en paarden voor een koets, kennen we in onze samenleving niet veel nuttige dieren meer.                                                                                                                                      

Als speciale dieren geven ze ons een goed inzicht in de relatie tussen mens en dier of ruimer beschouwd, op de relatie tussen mens en natuur. Het gegeven natuur is in deze visie waardevol zolang zij het menselijk welzijn en wel bevinden dient. Die natuur kan rustgevend zijn, mooi, voedsel verstrekkend of recreatief van belang zijn.                         
Al deze nuttige dieren dienen een specifiek doel en vormen een gericht middel om dat doel te bereiken.      


De Sikkelkop (eerste afbeelding) bijvoorbeeld is een bijzonder nuttig dier. Het draagt zijn steentje bij aan de dagelijkse werkzaamheden van zijn eigenaar. Het hakt er lustig op los met behulp van een sikkel voorzien van een rond scherp snijvlak. Het ouderwetse uiterlijk van de Sikkelkop is schijn. Het is een heel modern dier, dat met behulp van genetische manipulatie is samengesteld uit een zoogdier met drie poten en in onbruik geraakt gereedschap. Doordat het dier drie poten heeft, staat het uitermate stevig op de grond en heeft het een heel korte “draaicirkel”. Juist in de kleine werkruimtes tussen gewassen in de tuinbouw kassen, daar waar onze groentes gekweekt en geoogst worden, is dit dier ideaal van formaat. Het is ook heel geschikt om onkruid te verwijderen. Veel tuinders zijn blij met deze nieuwe diersoort.

Het concept van de Sikkelkop is een moderne variant, van een ouderwets nuttig dier, maar bedacht, gemaakt, gemanipuleerd en tot wasdom gekomen in het rijk van de verbeelding.

Illusie is de basis van alle beeldende kunst die de suggestie wekt van een werkelijkheid die niet echt bestaat. Je denkt een dier te zien, maar het is gemaakt uit gebakken klei. Het is jouw interpretatie, gebaseerd op verbeelding en suggestie. De ervaring zit in je hoofd. Je ziet wat je wilt zien.

Ding dieren



Wanneer zien we een dier als een ding?

De huidige tendens in de westerse industriële wereld is gericht op het benadrukken van formele eigenschappen van dieren, niet op hun individuele karakteristieken.

In tijden dat er ziektes uitbreken onder dieren, worden ze fabrieksmatig opgeruimd.   

Het gaat daarbij om een categorie, om onpersoonlijke dieren. “Verdinglichung” noemen de Duitsers dit proces.Dit gegeven staat haaks op het herkennen van individuele trekken die in ieder dier te onderkennen zijn.                                                                                                                      


Er worden in deze algemene keramische vormen accenten gelegd en zo ontstaan dieren met een gezicht, met een karakter en een individuele geaardheid,

De keramische “dingdieren”, leggen de nadruk op die individuele kenmerken, terwijl de basis een formele cilindrische vorm is

.                                                                                                                
De leeuwen zijn ontstaan door het tekenen en analyseren van Romaanse kapitelen met voorstellingen van woeste  leeuwen, die bange zielen bedreigen in gevaarlijke situaties. “ Daniël in de leeuwenkuil ” is zo’n voorstelling. Als je het verhaal kent, kun je het beeld “lezen”.

De leeuwen worden gekenmerkt door zowel een stereotype weergave in de vorm van “het gevaarlijke beest”, als door nauwkeurige realistische details van oren of manen. Het zijn “menselijke” woestelingen.